Maandag 24 DECEMBER 2018: Kerstnachtmis
Introitus: Dominus * dixit
Graduale: Tecum principium
Alleluia: Dominus dixit
Offertorium: Laetentur * caeli
Communio: In splendoribus
De bijbellezingen van vandaag volgen hierna:
1e Lezing: Jesaia 9, 1-3.5-6 - Een Zoon is ons gegeven
9 1 Het volk dat ronddwaalt in het donker, ziet een helder licht. Over hen die wonen in een land vol duisternis gaat een stralend licht op. 2 Uitbundig laat U hen juichen en U overstelpt hen met vreugde; zij verheugen zich voor uw aanschijn zoals er vreugde is bij de oogst en gejuich bij het verdelen van de buit. 3 Want het drukkende juk, de stang op hun schouders, de stok van de drijver, U breekt ze stuk als op de dag van Midjan. 4 Want alle dreunend stampende laarzen en met bloed doordrenkte mantels worden verbrand, en verteerd door het vuur. 5 Want een kind wordt geboren, een zoon wordt ons gegeven. De heerschappij rust op zijn schouders; men noemt hem wonder van beleid, goddelijke held, vader voor eeuwig, vredevorst. 6 Groot is de macht en eindeloos de vrede voor de troon van David, voor zijn koninkrijk; hij zal het stichten en onderhouden door recht en gerechtigheid vanaf nu en voor altijd. De geestdriftige liefde van de HEER van de machten zal dit teweegbrengen.
2e Lezing: Titus 1, 11-14 - De genade van God is op aarde verschenen
11 Want de genade van God is verschenen, bron van redding voor alle mensen, 12 die ons leert af te zien van goddeloosheid en wereldse begeerten, en bezonnen, rechtvaardig en vroom te leven in deze wereld, 13 in afwachting van het geluk waarop we hopen, de verschijning van de heerlijkheid van onze grote God en onze redder Jezus Christus. 14 Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle ongerechtigheid te verlossen, ons te reinigen en ons tot zijn eigen volk te maken, vol ijver voor goede werken. 15 Zo moet u spreken, vermanen en terechtwijzen met alle nadruk. Laat niemand u minachten.
Evangelie: Lucas 2,1-14 - Heden is U een Redder geboren
2 1
In die dagen vaardigde keizer Augustus een decreet uit dat de hele wereld zich
moest laten registreren. 2
Deze eerste registratie vond plaats toen Quirinius gouverneur van Syrië was. 3
Allen gingen op weg om zich te laten inschrijven, ieder in zijn eigen stad. 4 Zo ook Jozef; hij ging van de stad Nazaret in Galilea
naar Judea, naar de stad van David, Betlehem genaamd, omdat hij uit het huis
van David stamde, 5
om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger
was.