Dinsdag 25 december 2018: Hoogfeest van Kerstmis

Introitus: Puer natus est nobis

Graduale: Viderunt omnes

Alleluia: Dies sanctificatus

Offertorium: Tui sunt * caeli

Communio: Viderunt omnes

De bijbellezingen van vandaag volgen hierna:

1e Lezing:  Jesaia 52,7-10 - De Heer heeft zijn volk getroost

7 Hoe welkom zijn, op de bergen, de voeten van de vreugdebode die vrede meldt, van de vreugdebode met goed nieuws, die een boodschap van heil laat horen en tegen Sion zegt: ‘Uw God is koning!’ 8 Luister! Uw torenwachters verheffen hun stem en jubelen eensgezind, want zij zien met eigen ogen hoe de HEER naar Sion terugkeert.  9 Jubel en juich, allen tezamen, puinhopen van Jeruzalem; want de HEER heeft zijn volk bemoedigd, Hij heeft Jeruzalem verlost. 10 De HEER toont zijn heilige arm aan de ogen van alle volken, en de verste hoeken van de aarde hebben het heil gezien dat van onze God komt.

2e Lezing: Hebreeën 1, 1-6 - God heeft tot ons gesproken door de Zoon

NADAT God vroeger vele malen en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken had door de profeten, 2 heeft Hij nu, op het einde van de dagen, tot ons gesproken door de Zoon, die Hij tot erfgenaam gemaakt heeft van al wat bestaat, door wie Hij ook het heelal heeft geschapen. 3 Hij is de afstraling van Gods heerlijkheid en het evenbeeld van zijn wezen, en Hij houdt alles in stand door zijn machtig woord. En na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, heeft Hij zich neergezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge, 4 even hoog verheven boven de engelen als de naam, die zijn erfdeel is geworden, de hunne overtreft. 5 Want tegen welke engel heeft Hij ooit gezegd: Mijn Zoon ben jij, Ik heb je vandaag verwekt? Of: Ik zal voor Hem een Vader zijn, en Hij zal voor Mij een Zoon zijn? 6 Wanneer Hij evenwel de eerstgeborene opnieuw de wereld binnenleidt, zegt Hij: Alle engelen van God moeten zich voor Hem neerwerpen.

Evangelie: Johannes 1, 1-18 of: 1-5.9-14 - Het woord is vlees geworden

IN het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God. 2 Het was in het begin bij God. 3 Alles is door Hem ontstaan, en buiten Hem om is er niets ontstaan. Wat ontstaan was, 4 had leven in Hem, en het leven was het licht van de mensen. 5 Het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis kon het niet aan.

6 Er is een mens geweest, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. 7 Hij kwam als getuige: hij moest getuigen van het licht, opdat allen door hem tot geloof zouden komen. 8 Hij was niet het licht, hij moest getuigen van het licht.

9 Het ware licht was er, dat elke mens verlicht en dat in de wereld moest komen. 10 Het was in de wereld, een wereld die door Hem was ontstaan, en die wereld heeft Hem niet erkend. 11 In zijn eigen huis is Hij gekomen, en zijn eigen mensen hebben Hem niet opgenomen. 12 Aan diegenen die Hem toch opnamen, heeft Hij het vermogen gegeven om kinderen te worden van God: aan hen die geloven in zijn naam. 13 Niet langs de weg van het bloed, niet door de begeerte van het vlees of door mannelijk streven, maar uit God zijn ze geboren.

14 Ja, het woord is vlees geworden! Hij is onder ons zijn tent komen opslaan en we hebben zijn heerlijkheid gezien, de heerlijkheid die Hij als eniggeboren Zoon aan de Vader ontleende, vervuld als Hij was van genade en waarheid.

15 Van Hem legt Johannes getuigenis af en zijn verklaring luidt: ‘Hem bedoelde ik toen ik zei: ‘ ‘Hij die na mij komt, is mijn meerdere, want vóór mij was Hij er al.” ‘

16 Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen, genade op genade. 17 Want is de wet gegeven door Mozes, de genade en de waarheid zijn gebracht door Jezus Christus. 18 Niemand heeft God ooit gezien, maar de eniggeboren God, die rust aan het hart van de Vader, Hij heeft Hem doen kennen.

TERUG