Zondag 7 oktober 2018 : 27e Zondag door het B-jaar
Introitus: In voluntate tua
Graduale: Domine, * refuguium
Alleluia: In exitu Israel
Offertorium: Vir erat
Communio: In salutari tuo
De bijbellezingen van vandaag volgen hierna:
1e Lezing: Genesis 2,18-24 De eenheid van man en vrouw in het huwelijk
18
De HEER God sprak: ‘Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik
ga een hulp voor hem maken die bij hem past.’ 19 Toen boetseerde de HEER
God uit de aarde alle dieren op het land en alle vogels van de lucht, en bracht
die bij de mens, om te zien hoe hij ze zou noemen: zoals de mens ze zou noemen,
zo zouden ze heten. 20
De mens gaf dus namen aan alle tamme dieren en aan alle vogels van de lucht, en
aan al de wilde beesten; maar een hulp die bij hem paste vond de mens niet. 21
Toen liet de HEER God de mens in een diepe
slaap vallen; en terwijl hij sliep, nam Hij één van zijn ribben weg en zette
er vlees voor in de plaats. 22
En de HEER God vormde de rib die Hij uit
de mens had weggenomen tot een vrouw, en bracht haar naar de mens. 23
Toen zei de mens: ‘Eindelijk, dit is been van mijn gebeente en vlees van mijn
vlees! Mannin zal zij heten, want uit een man is zij genomen.’ 24
Daarom zal een mens zijn vader en zijn moeder verlaten en zich hechten aan zijn
vrouw, en die twee zullen één zijn. 25
Ze waren beiden naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze voelden geen schaamte voor
elkaar.
5
Want God heeft niet aan engelen de heerschappij gegeven over de toekomstige
wereld, waarover wij spreken. 6
Veeleer heeft iemand ergens verklaard: Wat
is de mens, dat U hem gedenkt, en het mensenkind, dat U voor hem zorgt?
7 U hebt hem voor
korte tijd beneden de engelen gesteld, U hebt hem met luister en eer gekroond, 8
alles hebt U aan zijn macht onderworpen. Door alles aan hem te onderwerpen,
liet God niets over dat niet aan hem zou zijn onderworpen. Nu zien we nog niet
dat alles aan hem is onderworpen. 9
Maar wel zien we hoe Jezus, die voor korte tijd beneden de engelen was gesteld,
met luister en eer gekroond is, omdat Hij de dood heeft doorstaan. Door Gods
genade kwam zijn sterven aan allen ten goede. 10 Het was
passend dat God, einde en oorsprong van alles, indien hij vele kinderen de
heerlijkheid wilde binnenleiden, ook de leidsman van hun redding door lijden tot
de voleinding bracht.
Evangelie:
Marcus
10,2-16
Wat God verbonden heeft, mag een mens niet scheiden
2
Er kwamen farizeeën op Hem af met de vraag of een man zijn vrouw mag verstoten;
ze wilden Hem op de proef stellen. 3
Hij gaf hun ten antwoord: ‘Wat heeft Mozes u voorgeschreven?’ 4
Ze zeiden: ‘Mozes heeft toegestaan een scheidingsakte te schrijven en haar dan
te verstoten.’ 5
Daarop zei Jezus hun: ‘Omdat u verstokt van hart bent, heeft Mozes u dat
voorgeschreven. 6
Maar vanaf het begin van de schepping heeft Hij hen mannelijk en vrouwelijk
gemaakt. 7 Daarom
zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, 8
en die twee zullen één zijn. Ze zijn dus niet meer twee, maar één. 9
Dus: wat God heeft verbonden, moet de mens niet scheiden.’ 10
Thuisgekomen vroegen de leerlingen Hem opnieuw hierover. 11
Hij zei hun: ‘Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt
echtbreuk tegenover haar, 12
en als zij haar man verstoot en met een ander trouwt, pleegt zij echtbreuk.’