Zondag 2 september 2018 : 22e Zondag door het B-jaar

Introitus: Miserere mihi Domine

Graduale: Timebunt gentes

Alleluia: Cantatae Domino

Offertorium: Domine, * in auxilium

Communio: Domine, * memorabor

De bijbellezingen van vandaag volgen hierna:

1e Lezing:   Deuteronomium 4, 1 – 2 . 6 - 8     Trouw aan de wet

4 1 Luister nu, Israël, naar de voorschriften en bepalingen die ik u leer, en handel daarnaar. Dan zult u leven in, en bezit gaan nemen van, het land dat de HEER, de God van uw vaderen, u schenkt. 2 Aan wat ik u voorschrijf, mag u niets toevoegen en niets afdoen; u moet de geboden van de HEER uw God, die ik u geef, onderhouden. 3 Met eigen ogen hebt u gezien wat de HEER uw God in Baäl-Peor gedaan heeft: iedereen die achter Baäl-Peor aanliep, heeft Hij vernietigd. 4 Maar u, die trouw bent gebleven aan de HEER uw God, bent vandaag allemaal nog in leven. 5 Ik heb u nu de voorschriften en bepalingen geleerd, zoals de HEER uw God mij heeft opgedragen. Handel ernaar in het land dat u in bezit gaat nemen 6 en breng ze stipt ten uitvoer, want daaruit zal voor de volken uw wijsheid en uw inzicht blijken. Als zij al deze voorschriften horen, zullen ze zeggen: ‘ ‘Dat machtige volk is wijs en verstandig.” 7 Is er soms een andere grote natie bij wie hun goden zo nabij zijn als de HEER onze God ons nabij is, zo vaak als wij Hem aanroepen? 8 Of is er een andere grote natie die zulke volmaakte voorschriften en bepalingen heeft als de Wet die ik u heden geef?

 2e Lezing:   Jak. 1, 17 – 18 . 21b – 22 . 27       Weest uitvoerders van het woord

16 Geliefde broeders en zusters, laat u niet misleiden: 17 elke goede gave, elk volmaakt geschenk daalt neer van boven, van de Vader van de hemellichten, bij wie geen verandering is of verduistering door omwenteling. 18 Uit vrije wil heeft Hij ons het leven geschonken door het woord dat waarheid is, zodat wij in zekere zin de eerstelingen onder zijn schepselen zijn. 21 Verwijder daarom elke smet, elk restant van slechtheid; wees zachtmoedig en neem het woord van God ter harte, dat in u werd geplant en de kracht bezit uw leven te redden. 22 Luister niet alleen naar het woord, maar handel er ook naar; anders bedriegt u uzelf. 23 Wie luistert naar het woord maar er niet naar handelt, lijkt op iemand die het gezicht waarmee hij geboren is, in een spiegel bekijkt. 24 Nauwelijks heeft hij zich bekeken, of hij gaat heen, en meteen is hij vergeten hoe hij eruit zag. 25 Maar wie zich buigt over de wet die volmaakt is en vrijmaakt, en daarbij blijft, wie niet vergeet wat hij hoort maar er ook naar handelt, zo iemand zal gelukkig zijn in wat hij doet. 26 Als iemand meent vroom te zijn, terwijl hij zijn tong niet beteugelt en zijn hart misleidt, is zijn vroomheid waardeloos. 27 Zuivere en onbevlekte vroomheid in de ogen van onze God en Vader is dit: weduwen en wezen opzoeken in hun nood, en zichzelf vrijhouden van besmetting door de wereld.

Evangelie: Mc. 7, 1 – 8 . 14 – 15 . 21 - 23       Het gebod van God en de overlevering van mensen

7 1 De farizeeën en enkele schriftgeleerden uit Jeruzalem kwamen bij Hem. 2 Ze zagen dat sommige van zijn leerlingen hun brood aten met onreine, dat wil zeggen met ongewassen handen. 3 Want als de farizeeën en alle Joden niet met een beetje water hun handen gewassen hebben, eten ze niet, omdat ze vasthouden aan de traditie van de oudsten; 4 en wat van de markt komt, eten ze niet zonder het te wassen. Zo zijn er vele andere dingen waar ze uit traditie aan vasthouden: het spoelen van bekers, kruiken en koperen vaatwerk. 5 De farizeeën en de schriftgeleerden vroegen Hem: ‘Waarom gedragen uw leerlingen zich niet naar de traditie van de oudsten, maar eten ze hun brood met onreine handen?’ 6 Hij zei tegen hen: ‘Treffend heeft Jesaja over u geprofeteerd, huichelaars, zoals geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij. 7 Hun verering stelt niets voor; wat ze als ware leer brengen, zijn voorschriften van mensen. 8 U laat het gebod van God los en houdt vast aan de traditie van mensen.’ 14 Weer riep Hij de mensen bij zich en zei tegen hen: ‘Luister allemaal naar Mij en begrijp Me toch. 15 Niets wat van buitenaf in de mens komt, kan hem onrein maken. Maar wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein.’ 21 Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen de kwade gedachten, ontucht, diefstal, moord, 22 overspel, hebzucht, gemeenheid, bedrog, bandeloosheid, jaloezie, laster, hoogmoed, lichtzinnigheid. 23 Al deze slechte dingen komen van binnenuit en maken de mens onrein.’

TERUG